Alles begint met warmte.
Warmte doordringt alles.
Warmte maakt dat de aarde bestaat en wij zijn!
Een kind moet zich als eerste met zijn lichaam verbinden, zich hechten aan zijn lichaam om zich daarna te kunnen verbinden, hechten aan een ander.
Om in je lijf te komen is warmte nodig en later heb je het ook nodig om de wereld te ontmoeten, in te gaan, om in beweging te komen. Warmte is dus essentieel om je te kunnen ontwikkelen en is niet leeftijdgebonden.
Warmte laat zich op allerlei manieren zien en voelen: het geeft het gevoel van welzijn, je welkom voelen en veilig weten. Het brengt ontspanning. In een warme omgeving gedij je, kun je je openen. Warmte zie je terug wanneer je ergens warm voor loopt, enthousiast van wordt. De warmte van je enthousiasme heb je nodig om iets voor elkaar te krijgen en daarin door alle frustraties heen te bewegen.
Waar wedden we om?
Zon en wind keken naar een wandelaar in het groen
en wilden hem van zijn jasje ontdoen.
Wie krijgt dat het eerst voor elkaar?
een wedstrijdje deden ze, echt waar!
Wind gierde en loeide uit alle macht
gaf alles wat hij had, al zijn kracht.
De man trok zijn jasje dichter om zich heen
liep nog wat sneller, banjerde overal doorheen
Zon liet zijn warme stralen schijnen
en liet de kou van de wind verdwijnen.
De man deed al snel zijn jasje uit
en ging in het zonnetje zitten, speelde een deuntje op zijn fluit.
De lente komt, de lente komt zing ik met de kinderen,
maar koud zijn nog de winden,
de zwaluw zingt, de Zuiden wind zal die ons kunnen vinden ….
Ik voel iedere keer dat ik het zing het verlangen naar de warmte. En ook het wonder wanneer de zon aan kracht wint en alle lentebloemen zich laten zien.
De kinderen die mijn pedagogisch atelier nu bezoeken verzamelen zich enthousiast iedere ochtend om mij heen. Van tevoren stem ik me af op de kinderen en maak ik een plannetje voor de dag. Er staat altijd een verhaal centraal dat past bij de tijd van het jaar. Zo’n verhaal vormt een tijdlang de rode draad van de dag en komt ook terug in handgebarenspelletjes. Het is wonderlijk om te merken hoe een verhaal zoveel in zich bergt voor de kinderen dat het door de dag heen in activiteiten en in vrij spel tevoorschijn komt. Ieder kind vindt zijn eigen ingang tot de verhalen die verteld worden en de handgebarenspelletjes die ik gebruik. De eigenheid van ieder kind is hierin zichtbaar. Het verrijkt en kleurt hun taal, werkt verbindend en geeft plezier en ontspanning. Ik gebruik het ook als medicijn wanneer een kind zich even ongerust voelt. Dan kan handgebarenspelletje vertrouwen, troost en moed geven.
Rond Pasen vertelde ik de kinderen het verhaal van het paaskuiken, waarin de uil Simon, die in een populier woont wéét wanneer het Pasen is. In zijn spel schommelt een jonge peuter zo hóóg mogelijk. Hij wijst omhoog en zegt: ‘daar woont Simon, in het dak van de boom’. Ik kijk met hem mee. In zijn eigen taal vertelt hij het verhaal van het paaskuiken. En in zijn tekeningen tekent hij vol aandacht een kromme lijn, waar de uil Simon op zit.
Handgebarenspelletjes, liedjes en verhalen zijn belangrijk als voeding voor de taalontwikkeling van het kind. De bewegingen helpen de kleintjes om hun aandacht te richten en de liedjes te kunnen horen. Wanneer je naar kinderen kijkt zie je vaak dat ze de gebaren eerder nadoen dan ze de woorden zeggen. Ik heb over de waarde van verwondering en verhalen mogen vertellen bij de moedergroep van het antroposofische therapeuticum Artemis en bij het mammacafé in Vathorst. De mensen gingen geïnspireerd naar huis. Het verdiepingswerk van Barbara’s pedagogisch atelier is goed ontvangen. De reacties hebben me geïnspireerd om verdiepingsworkshops en avonden te blijven organiseren voor ouders in de wetenschap dat dit weer terugkomt bij de kinderen. Een thema dat me erg aan het hart gaat is WARMTE. Het is een miskend onderwerp, waar ik graag aandacht voor wil vragen.